Wie
wie is tonja kivits
Tonja Kivits werd weliswaar in Noord-Brabant geboren, maar woont vanaf haar studententijd in Amsterdam (wat haar niet heeft belet haar ‘zachte g’ te behouden).
Tot 2007 oefende ze haar praktijk uit in het Gezondheidscentrum Helmerstraat. Daarna ging ze alleen verder tot 2017. Ze geniet nu van haar verdiende rust, wat haar niet belet om nog zeer actief met haar vak en daarom heen bezig te zijn – wat resulteert in de blogs die ze op deze site o.a. publiceert.
Ze heeft vele artikelen, essays gepubliceerd, naast ook haar boeken – zie verder onder het kopje publicaties. En ze was meer dan 25 jaar verbonden aan dagblad TROUW waarvoor ze recenseerde, m.n. nieuw verschenen boeken op het gebied van de Psychologie. En ook publiceerde en publiceert ze nog veelvuldig en regelmatig in andere tijdschriften.
Ze studeerde (hoofdopleidingen):
- Theoretische en Historische Opvoedkunde & Sociale Filosofie aan de K.U.N. (Katholieke Universiteit Nijmegen) en de U.v.A. (Universiteit van Amsterdam)
- De postdoctorale opleiding Psychoanalyse aan l’Université VIII (Saint Denis) te Parijs
uitnodiging
In deze website wordt u uitgenodigd om met haar samen de zoektocht aan te gaan naar de ondoorgrondelijke raadsels van het leven en de psyche. Van de zin van mijn bestaan via de vraag wie ben ik naar, wat de schrijver Stefan Zweig (1881-1942) in zijn ‘Schaaknovelle’ zo treffend zegt: “Oud worden betekent immers niets anders dan geen angst meer hebben voor het verleden”.
‘Het zand stroomt door het uurglas, een ritselende, rossig getinte nevel, die eerst op de bodem van de zandloper een nauwelijks zichtbare laag vormt, dan geleidelijk aan een bergje, steeds hoger, steeds steiler; eer men het goed beseft is de onderste glazen bol geheel vervuld en is er een uur verstreken, een lang, kostbaar uur van het leven, dat plotseling uit een afschrikwekkend groot aantal van zulke uren schijnt te bestaan. Aan wie dat leven toebehoort, ziet het zand neerritselen met een gevoel waarin angst, spijt, ongeduld en wanhoop zijn gemengd; hoe onbarmhartig langzaam, hoe onbarmhartig snel tevens, de tijd voorbijgaat. In dat achtvormige glas worden de uren geteld; de teloorgegane uren vormen samen dagen, die dagen rijen zich aaneen tot weken, de weken worden maanden en reeds maken de maanden zich op om, een twaalftal, hun weegs te gaan als jaar.’ (‘Het woud der verwachting’. Hella Haasse 1918-2011)
Dat men leeft is toeval, dat men sterft is zeker’
“Het leven zoals ons is opgelegd is te moeilijk voor ons, bezorgt ons te veel verdriet, teleurstellingen, onoplosbare problemen,” schreef Sigmund Freud (1856 – 1939) mistroostig aan het eind van zijn leven. Of zoals NRC-columnist Henk Hofland (1927-2016) eens verzuchtte: “Het is te veel voor een mens alleen.”
Toch springen we niet massaal van de hoogste toren af, maar blikken we welgemoed en vol vertrouwen naar de toekomst. Dat komt omdat we onszelf een hele hoop wijsmaken. We fantaseren er lustig op los. Zo blijven we, tegen beter weten in, allerlei dure loten kopen omdat we de illusie hebben dat we eens die felbegeerde miljoenen zullen winnen. Of fantaseren we dat de ziekte van Alzheimer of kanker aan ons voorbij zal gaan.
Illusie en troost lopen als een rode draad door ons leven. Kleine kinderen vinden troost in hun speelgoedbeestje of knuffeldekentje waaraan ze sabbelen of wrijven. Het geeft hen de illusie dat ze zich veilig voelen ook al is mama of papa niet direct in de buurt. Pubers hebben een andere oplossing gevonden: de computer, wat de term ‘cyberjunk’ en in therapieland de diagnose ‘computerverslaving’ al heeft verworven. En is chatten en zwerven over het web ook voor volwassenen een vanzelfsprekende daginvulling geworden.
Toch kunnen we niet langer onze ogen sluiten voor de barre, broze werkelijkheid. Klimaatverandering is het woord dat we immers dagelijks op de voorpagina’s van kranten en in nieuwsuitzendingen aantreffen, terroristische aanslagen ons bestaan bedreigen, en ‘opsporing verzocht’ en ‘opgelicht’ al jarenlang zeer populaire en de meest bekeken programma’s op de t.v. zijn. Een vlucht in onze fantasieën waar dromen nog werkelijkheid lijken te zijn, is voor menigeen danook een welkom geschenk. De populariteit van computer of de I-phone als illusie en troost wordt geëvenaard door druk bezochte fitnesscentra, het constant raadplegen van dieet- en afslankcursussen, en de beauty-operaties met name als de haren grijzen en de vetrollen toenemen. Want we willen allemaal wel heel oud worden maar niemand wil oud zijn. We hunkeren, aangespoord door reclame en moraliserende uitspraken van medici en gezondheidswetenschappers, naar een eeuwige jeugd in de zin van eeuwigdurende vitaliteit, alsof we nog nooit van ‘het Dorian Gray-complex’ hebben gehoord.
In ‘The picture of Dorian Gray‘ beschrijft de Britse auteur Oscar Wilde (1856-1900) de lotgevallen van Dorian Gray die, toen hij nog jong en knap was, zich wil laten vereeuwigen. Hij uit de wens dat niet hij maar degene op het schilderij oud en aftands zal worden. Hetgeen geschiedt. De man op het schilderij wordt steeds ouder, getekener, en verlopener. Het boezemt Gray dermate angst in dat hij besluit het schilderij in zijn kinderkamer achter slot en grendel op te bergen. Daarmee zet hij de tijd stil en kan hij zich voor altijd wanen in de volle glorie van zijn heerlijke jeugd en schoonheid, legt Wilde uit.
Zoals te verwachten was loopt het niet best af met Wilde’s hoofdpersoon. Want leert de psychoanalyse niet dat het rouwen om wat geweest is een van de noodzakelijke voorwaarden is om vooruit te kijken in dit leven. Wie kan rouwen en afscheid kan nemen, kan zich weer openstellen voor een nieuwe uitdaging. Rouwen doen we ons hele leven. Leven is rouwen. Elk afscheid betekent immers weer de geboorte van een herinnering, om met de woorden van Salvador Dali (1904-1989) te spreken.
Wat er in het NU gebeurt, is de aanleiding om naar het VERLEDEN te kijken om er IN DE TOEKOMST beter mee om te gaan. Het heden kan niet leven zonder verleden. Het verleden is niet goed te maken.
‘De tijd is een onbetrouwbare maatstaf, ja eigenlijk niets anders dan het razen van de ziel. Er bestaat geen verleden en geen toekomst.’(W.G. Sebald, 1944-2001)
‘Het belangrijkste is niet dat je van je kwalen geneest, maar dat je ermee leert leven.’ (A. Camus, 1913-1960)
Denken is opnieuw leren zien, zijn bewustzijn richting geven, van elk beeld een bijzonder aandachtspunt maken.