tweelingensyndroom

Le Mans Frankrijk: 2 februari 1933. Léa (1911-2001) en Christine Papin (1905-1937), beter bekend onder de naam van LES SOEURS PAPIN  doden op uiterst wrede manier de mevrouw bij wie ze als werksters in dienst zijn en haar dochter. Als de politie op de plek van het drama aankomt bevinden de twee zusters zich ineen gestrengeld aan elkaar op bed, netjes gewassen en na al hun moordwapens keurig netjes van al het bloed te hebben gezuiverd. Ze bekennen meteen de slachting die ze hebben aangericht. De affaire zal Frankrijk in die dagen en volgende jaren in haar ban houden.  Want is hier sprake van een ‘folie à deux’, dwz. een psychose waarin beide zussen zijn verstrikt geraakt of is dit gewoon een daad tegen de erbarmelijke omstandigheden door hun werkgeefster aan beide zussen opgelegd?

Een exclusieve affectieve symbiose had hen tot dan toe zodanig verbonden met elkaar dat ze elkaar hadden gezworen dat geen enkele persoon, laat staan een man, ze van elkaar zou kunnen scheiden. Edoch, in de gevangenis worden beide zussen die als een onafscheidelijke tweeling tot dan toe hadden geleefd, uit elkaar gehaald. Christine – de oudste van beiden – stort in. Ze lijdt aan hallucinaties, geheugenverlies, vertelt onbegrijpelijke verhalen en kwijnt weg in een religieuze waanzin. Ze sombert weg in een diepe depressieve toestand en weigert systematisch elk voedsel. Ze overlijdt enkele jaren later op de leeftijd van 32 jaar. Léa, de jongste, echter knapt geleidelijk op. Als ze de gevangenis verlaat na het uitzitten van haar straf – 10 jaar dwangarbeid – keert ze terug naar haar eigen moeder, en is ze in staat een eigen leven op te bouwen. Ze werkt als schoonmaakster in diverse hotels, en wordt aangenomen als ze niet meer in staat is tot werken als oppas-oma in een gezin met kleine kinderen. Ze sterft op 89 jarige leeftijd.

We hebben hier te maken met het ’tweelingensyndroom’, dwz. betr. is hoewel geen deel van een tweeling maar gedraagt zich alsof ze er wel deel van is.

 

Zo was Ankie niet zomaar een vriendinnetje van Amy, maar viel betr. helemaal met haar samen in een hechte, symbiotische relatie. Ze waren als het ware helemaal met elkaar vergroeid en gingen in elkaar op. Amy ging daarbij zo ver dat ze zich ook de moeder van Ankie toeëigende, en deze als haar (2de) moeder ging beschouwen. Toen Amy en Ankie verkering kregen, groeiden ze als zusters/vriendinnen uit elkaar. En Amy ging die leegte opvullen met haar vriend. Met hem viel ze weer helemaal samen. Ze kon niet zonder hem en liet zich hiervoor alles welgevallen, zelfs een tegen haar zin uitgevoerde abortus. Toen deze relatie echt niet langer meer kon omdat hun levensdoelen veel te ver uit elkaar lagen – hij wilde feesten zij wilde zich settelen -, moest ze wel de relatie verbreken, maar daarna braken drie zware jaren aan. Ze was – voor het eerst in haar leven echt alleen, want Ankie – haar oude zielsverwant – had intussen ook haar eigen leven opgebouwd en kon heel goed zonder Amy. Maar Amy niet zonder Ankie. Echter de kaarten lagen nu geheel anders. Ankie had een vriend en ze werd ziek, doodsziek, ze werd stervende. Amy merkte dat ze achteraan in de rij moest sluiten, andere vriendinnen kregen bij Ankie voorrang. Amy kon deze ‘narcistische krenking’ niet verwerken, en probeerde de vriendschap met Ankie te verbreken. Net voor ze stierf, maakte Amy het – voor haar eigen gemoedsrust – nog goed. Maar toen was het kwaad al geschied. De moeder van Ankie – haar zogenaamde 2de moeder – was ook niet langer meer die ideale moeder en verbrak het contact. En nu heeft Amy een nieuwe ‘invulling’ voor haar ‘wederhelft’ gevonden, haar nieuwe vriend, die hoewel niet helemaal passend in dit profiel want is hij druk in de weer met zijn eigen bedrijf en woont ver weg, maar Amy maalt er niet om. Ze heeft zich genesteld in zijn huis en in zijn leven, en het voelt als een warm bad, beaamt ze. ‘Ik ben niet meer somber hoewel hij vele geldproblemen heeft en we geen leuke dingen kunnen doen. Maar dat geef niks want we zijn samen als een eeneiige tweeling. Hoera….,’ aldus Amy.