LEDIGGANG IS DES DUIVELS OORKUSSEN

‘Elke ochtend als ik opsta, slaat de angst mij om het hart. Wat moet ik met deze dag, wat ga ik doen, hoeveel uur moet ik nog voordat ik weer naar mijn bed terug kan. Nee, ik ben niet neerslachtig, niet depressief, niet wanhopig. ik constateer alleen de essentie van het leven, en dat is VERVELING, de LETHARGIE VAN HET LEVEN. Ik kom van niets en ga naar niets. LEEGTE. Het niet te stillen verlangen om de tijd te doden.’ Of zoals het spreekwoord ‘lediggang is des duivels oorkussen’, zo treffend uitdrukt.

‘De verveling heeft met het amoureuze verlangen gemeen dat ze aan elke definitie ontsnapt,’ schreef Denis Diderot (1713-1784) in zijn Encyclopédie. ‘Het is geen verdriet, geen somberheid; het is het ontbreken van plezier, veroorzaakt door we weten niet wat, iets in onszelf of iets van buiten, die in plaats van onze ziel te vervullen, een ongemak of een walging veroorzaakt waar we niet aan kunnen wennen.’

De verveling is een ziekte van tijd – ze duidt een onvermogen aan om zich als er geen passende gebeurtenissen of activiteiten zijn, het verstrijken van de tijd zelf alle aandacht opeist. De tijd, jezelf in de tijd plaatsen, wordt het enige dat overblijft. De persoon die zich verveelt, verveelt zich omdat hij/zij niet het verloop van tijd begrijpt noch kan begrijpen. Het ‘nihil novi’, het eeuwige herhalen van dingen, gebaren, gevolgen die ons zo vervelen is alles wat ons rest.

Inertie is zonder project, zonder activiteit, zonder doel, zonder verdieping…. ‘Het verlammende rendez-vous met het pure verstrijken van de tijd noemen we verveling,’ schrijft historicus Philipp Blom (1970-) in zijn essay ‘De Tijd‘. Maar helaas, want in de verveling wil de tijd juist niet verstrijken, de tijd stokt, blijft stilstaan en sleurt zich ondraaglijk voort.

De strijd tegen de verveling is het grote, nee het grootste, gevecht van de mens. Elke activiteit, wat het ook is, is beter dan niets, dan rust, want rust is niets anders dan verveling. Niets is erger dan dat, geen passies, geen activiteiten, geen afleiding. Het enige dat voelbaar is, is het NIETS, de onmacht, de LEEGTE.

De Franse filosoof Blaise Pascal (1623-1662) bracht deze ‘zwartgalligheid’ als geen ander onder woorden in zijn ‘Pensées‘. ‘Verveling,’ schrijft hij, ‘is het lot dat ieder mens wacht.’ Verveling is voor hem een bedreiging dat het diepste van de mens raakt. Je wacht op iets zonder te weten waarop je wacht. Het ene moment volgt op het andere, zonder ergens naar toe te gaan, de monotone terugkeer van hetzelfde, een ledig wachten, een wachten op niets.

Of zoals de Duitse filosoof Martin Heidegger (1889-1976) zei: ‘Verveling is de grondervaring van het lege verstrijken van de tijd.’

Er is één man die als geen ander weet wat verveling is. OBLOMOV (Iwan A. Gontsjarow 1812-1891). Hij is de uitdrukking geworden van het onvermogen om tot iets te komen, lusteloos de dagen door te brengen en totale nutteloosheid te ondergaan. Hij ligt in zijn bed, smeedt grootse plannen en droomt van heroïsche daden. Maar hij komt tot niets en laat het leven uit zijn handen glippen. Zelfs de vrouw die hem haar liefde wil schenken, laat hij aan zich voorbij gaan.

Maar de verveling stamt al uit de tijd ver voor Oblomov. ‘De goden verveelden zich,’ zei de Deense filosoof Soren Kierkegaard (1813-1855), ‘daarom schiepen ze de mensen.’ Adam verveelde zich omdat hij alleen was, daarom werd Eva geschapen. Maar vervolgens verveelden Adam en Eva zich samen, daarna verveelden Adam en Eva, Kain en Abel zich samen als familie, enzovoort, enzovoort, er kwamen meer en meer mensen en men verveelde zich en masse. En de mensheid werd er niet gelukkig van en men verviel van kwaad tot erger.

Is er een uitweg om uit deze sombere tunnel van de verveling te komen? Want als verveling de wortel is van alle kwaad, wat moet men dan doen om deze vicieuze cirkel te verbreken? Verstrooiing zoeken, zo dacht men. En men kwam op het idee een toren te bouwen, zo hoog dat hij tot de hemel zou reiken… Helaas pakte dat niet goed uit. De hoge toren stortte samen met de beklimmers in en stortten in de afgrond. In welke afgrond, zo vraagt u zich af? In de lege tijd, de eigenlijke zondeval.  

Maar het heeft ons niet belet om te blijven zoeken naar oplossingen om uit de impasse van de verveling te komen. Laten we eens kijken naar de slimme oplossing van b.v. de Franse toneelschrijver Molière (1622-1673). Hij wist en weet ons met zijn hilarische en satirische toneelstukken te vermaken en ons af te leiden van onze diepgewortelde verveling.

Of ‘A doll’s house‘ van de Noorse toneelschrijver Hendrik Ibsen (1828-1906). Nora Helmer is getrouwd met Torvald, die haar helemaal naar zijn hand wil zetten en haar als een kind – een pop – behandelt. Nora verveelt zich mateloos in de eentonigheid van het echtelijk bestaan. Maar uiteindelijk herpakt ze zichzelf en met een harde klap slaat ze de deur van het echtelijk huis dicht – en daarmee ook het einde van het toneelstuk. Het stuk werd een doorslaand succes.

Maar helaas, verstrooiing blijkt slechts een tijdelijke ontsnapping. Hoeveel tv.-series – waarbij de misdaad opmerkelijk de voorkeur geniet – we ook consumeren, het zal het wezenlijke van de verveling geenszins teniet kunnen doen.

Hoe kunnen we de verveling en het zich eenzaam voelen doorbreken? Kortom hoe komen we uit deze doodlopende tunnel?

Er is in feite maar één oplossing, en dat is creativiteit, je nuttig en zinvol kunnen en weten te vermaken. Schrijven, muziek maken, tekenen, breien, en ga zo maar door. Het enige dat telt is dat je jezelf erin kunt verliezen. De creatieve mens is voortdurend bezig zichzelf te ontdekken, de eigen identiteit opnieuw vorm te geven. Het allerbelangrijkste is immers het verwerven van nieuwe inzichten. En dat gebeurt uitsluitend wanneer de creatieve mens ALLEEN is. Of zoals de Franse filosoof De Montaigne (1533-1592) zo kernachtig zei: ‘We moeten een klein achterkamertje, dat helemaal van onszelf is, volledig vrij houden, een kamertje waarin we werkelijk vrij, veilig en alleen kunnen zijn.’

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *