FEMME FATALE: VON KOPF BIS FUSS AUF LIEBE EINGESTELLT

Toen Eva, aangezet door de slang, van de verboden boom een vrucht nam en die aan Adam gaf, waardoor ze hen beiden in het verderf stortte, werd ze daarmee de eerste femme fatale van de mensheid. Verlokkelijk aan de buitenkant, maar o zo kwaadaardig en onberekenbaar aan de binnenkant, zo luidde het oordeel dat sindsdien over haar zuster-volgelingen zou worden uitgesproken.

Marlène Dietrich (1901 – 1992) vertolkte als de revuezangeres Lola met verve en allure de femme fatale in de film van Josef von Sternberg Der Blaue Engel (1930) met haar lied Ich bin von kopf bis fuss auf liebe eingestellt. Iedereen lag aan haar voeten en professor Unrath volgde haar als een slaaf, compleet in de ban van haar schoonheid. Hij werd een schaduw van haar schaduw en ging uiteindelijk ten onder.

Hoe kon die armzalige, bescheiden Unrath haar ook weerstaan? Met haar halfgeloken ogen, haar zwaar aangezette, lange wimpers, haar hese trage stem, haar uitzonderlijk prachtige lange slanke benen, belichaamde Marlène Dietrich niet zomaar een vrouwelijk type dat weet te verleiden, een speelpop van de man, een seksueel object, maar was ze de belichaming van La Femme, De Vrouw, als mythe.

Greta Garbo (1905-1990) speelde in Mata Hari (1931) de sterren van de hemel en haar naam als femme fatale kon haar – ondanks dat ze zelf deze titel verafschuwde – niet meer worden ontnomen. Garbo bracht, net als Dietrich, met haar marmeren gelaat, haar zwoele, hese, slepende stem, haar mysterieuze, arrogante blik, de mythe van de femme fatale tot leven. Een mythe die voor Dietrich en Garbo, maar ook voor de moderne femmes fatales een zodanig ritueel en realiteit is geworden waaraan ze niet kunnen ontsnappen, waaraan ze totaal zijn onderworpen. Een andere – normale vrouwelijke – identiteit is voor hen onmogelijk en buiten hun bereik.

Maar wie gaat er schuil achter het masker van de femme fatale, die als een soort vleesetende plant wordt voorgesteld die haar prooi aantrekt om de man daarna te verzwelgen? Was will das Weib? riep vrouwenkenner bij uitstek Sigmund Freud (1858-1939), de vader van de psychoanalyse, vertwijfeld uit, zonder ooit een bevredigend antwoord op zijn eigen vraag te vinden. Is niet elke vrouw, zo wordt steevast beweerd, per definitie fataal en boezemt ze niet altijd angst en ontzag in? De vrouw is immers, doordat ze kinderen kan baren, meesteres over het leven. Zij is er de stille getuige van dat de man niet alles in zijn macht heeft, ook al probeert hij haar, zoals de geschiedenis wreed vertelt, te temmen, haar als heks te laten verbranden, te verkrachten, of aan het gezichtsveld compleet te onttrekken door haar te verplichten haar lichaam en zelfs haar gelaat achter sluiers te verbergen.

“Ik herinner me,” zo vertelde me een femme fatale die volgens eigen zeggen een notoire mannenverslindster is, “hoe ik als klein kind tegen mijn twee jaar oudere broer opkeek. Ik probeerde hem in alles te overtreffen. Beter te zijn op school, met sporten, in het spelen van muziek. En, ik moet zeggen, het is me uiteindelijk gelukt.” Maar echt gelukkig prijst ze zich niet met haar overwinning. “Hoewel ik alle ingrediënten bezat die nodig waren om gelukkig te worden,”verzuchtte Greta Garbo meer dan eens, “voelde ik onvrede met mezelf en was ik vaak depressief.”

De femme fatale beseft dat ze, in tegenstelling tot haar mannelijke rivalen, die macht slechts ’te leen’ heeft. Van Dietrich wordt gezegd dat ze zich ‘emotioneel een man voelde’, en zelf opperde ze dat ze ‘biseksueel’ was. Ook Garbo was niet duidelijk over haar voorkeur voor mannen of vrouwen. Dat ze eventueel ook lesbisch was heeft ze evenwel bevestigd noch ontkend.

De femme fatale is er niet op uit de man te beminnen. Rücksichtlos ontdoet ze zich van hem. Hij is immers haar eeuwige rivaal in de strijd om de macht, die hij wel bezit en waarvan zij is verstoken. Maar dit spel van beul en slachtoffer kent geen overwinnaar. Greta Garbo trok zich terug in totale afzondering en eenzaamheid. En nooit verliet Marlène Dietrich haar Parijse appartement.

Ich bin von kopf bis fuss auf Liebe eingstellt, zong Dietrich zwoel. Zelf mocht ze de ‘ware liefde’ niet smaken. Geen enkele man kon haar geven wat ze werkelijk zocht. Ook Greta Garbo bleef verstoken van de ideale man. De femme fatale is fataal voor de ander en voor zichzelf. Gevangen in de strikken van de mythe waarin ze gevangen zit, is ze gedoemd het spel te spelen tot het bittere einde. Ontsnappen is niet mogelijk tot de dood haar kan bevrijden.